Beroepsverbod in België: waarom het vonnis in mijn zaak onaanvaardbaar is
Op de betoging voor het openhouden van het gevangenismuseum in Tongeren in 2008 Luk Vervaet Ik beken. Ik behoor tot de mensen die vinden dat de gevangenis een kwaad is. Dat de gevangenis zal verdwijnen als ons belangrijkste middel om aan recht te doen of om sociale problemen en conflicten op te lossen. Net zoals de publieke terechtstellingen, de stokslagen, de galeien of de ‘bagnes van Guyana’ vandaag tot het verleden behoren. Die verdwijning zal deel zijn van de geboorte van een andere wereld, zonder uitbuiting van de mens door de mens, zonder ongelijkheid, zonder racisme. Een utopie? Zeker. Maar niet meer utopisch dan “I have a dream” van Martin Luther King. Niet meer utopisch dan de strijd voor de afschaffing van de doodstraf of van de slavernij, toen die nog als even normaal werden beschouwd als de gevangenis vandaag. En tegelijk ben ik er me ervan bewust dat het huidige gevangenisbeleid zich in de tegenovergestelde richting van deze utopie beweegt. Iedereen in de