Persbericht : Vonnis in de zaak Luk Vervaet (door de advocaten Dounia Alamat en Christophe Marchand)
Na acht en een half jaar strijd voor de rechtbanken om te doen erkennen dat de Belgische staat in de fout ging door Luk Vervaet te verbieden om nog langer les te geven in een gevangenis of er een gedetineerde te bezoeken, viel eindelijk het vonnis in deze zaak.
In zijn vonnis van 20 december 2018 erkent het Hof van beroep van Brussel dat de Belgische staat zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag. Door systematisch te weigeren Luk VERVAET te horen en hem niet de mogelijkheid te geven zichzelf te verdedigen tegen de beschuldigingen die tegen hem werden ingebracht.
Die beschuldigingen waren overigens geheim tot na het moment waarop Luk Vervaet zijn job verloor.
Het is tijdens een van de vele rechtszaken die hij inspande om zijn fundamentele vrijheden te beschermen, dat hij uiteindelijk vernam dat de Staatsveiligheid een nota tegen hem had opgesteld.
Hierin werden door de Staatsveligheid een reeks militante activiteiten van de heer VERVAET opgesomd – zo was hij lid van het Comité voor de vrijheid van meningsuiting en vereniging, oprichter van een politieke partij, die aanleunde bij de PVDA, leverde hij kritiek op de uitlevering van Nizar TRABELSI aan de VS en op de opsluiting van Bahar KYMIONGUR – allemaal activiteiten zonder een gewelddadig karakter en in de publieke sfeer, waarbij de conclusie van de staatsveiligheid was dat er hem niets te verwijten viel. Luk Vervaet werd in de nota omschreven als een activist, een mensenrechtenverdediger en een tegenstander van het antiterreurbeleid.
Maar omwille van de aard van de kritieken van de heer Vervaet, die met name gedeeld worden door de speciale VN-rapporteur voor de eerbiediging van de grondrechten in de strijd tegen het terrorisme en door vele mensenrechtenverdedigers, voegde de Staatsveiligheid er op het einde van zijn nota aan toe, dat "zijn verdediging van de vermeende slachtoffers van de antiterrorisme wetgeving hem er misschien had toe gebracht de grens over te steken van de legitieme verdediging van een rechtvaardige justitie naar een steun voor ideologieën die onrechtstreeks het terrorisme rechtvaardigen".
Vermeende slachtoffers van de strijd tegen het terrorisme? Zoals Bahar KYMIONGUR – die uiteindelijk werd vrijgesproken door de Belgische justitie? Of zoals Nizar TRABELSI, die door België werd uitgeleverd aan de VS ondanks een verbod van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens?
Het vonnis van het Hof van beroep geeft de heer VERVAET gedeeltelijk gelijk. Het veroordeelt de Belgische staat tot het betalen van een schadevergoeding. Maar tegelijk komt het vonnis aan als een schok voor iedereen die in de openbare sector werkt of daar wil gaan werken. Want de aanslag op het recht om zijn mening uiten, op een vreedzame manier, maar tegen het beleid van de overheid of tegen de algemeen geldende ideeën over gevoelige onderwerpen, wordt in dit vonnis niet veroordeeld.
Moeten we eraan herinneren dat de heer VERVAET geen strafblad heeft? Dat iedereen tevreden was over zijn werk als leraar? Dat hij wordt gesteund door personaliteiten, die duidelijk maken dat zijn strijd, gericht was op dialoog en op het creëren van een meer menselijke samenleving voor iedereen.
Aanvaarden dat de heer VERVAET een gevaar vormt vanwege zijn opvattingen en dat hij door zijn opvattingen publiek te uiten zijn werk mag verliezen, zal ongetwijfeld leiden tot het installeren van een vorm van zelfcensuur.
Is dat het soort democratische samenleving waarin we willen leven?
Commentaires