Maandag 21 september 9u : verzet tegen ontruimingsbevel van gevangenisterrein in Haren voor de rechtbank.
Luk Vervaet
Het verzet
tegen de geplande méga-gevangenis in Haren gaat onverminderd voort. Vorige week
werd door deurwaarder Ann Verrezen een bevel tot ontruiming overhandigd aan de
bezetters van het toekomstige gevangenisterrein. Vanaf dat moment moesten
bezetters en tenten het terrein verlaten op straffe van 2.500 euro per bezetter,
die zich na die dag nog op het terrein zou bevinden. Het bevel kwam er nadat de
Regie der gebouwen van minister Jambon bij de Nederlandstalige rechtbank van
eerste aanleg in Brussel een kortgeding bij hoogdringend had ingespannen. Het
ging om een eenzijdig verzoekschrift gekoppeld aan een vraag voor dwangsommen. Op
2 september viel het vonnis. De rechtbank verklaarde zich niet alleen bevoegd
om vonnis te spreken. Ze schaarde zich voluit aan de kant van politiek en
kapitaal. Volgens de rechtbank kan de firma Verbruggen beginnen met het testen
van de ondergrond en zijn machines loslaten op het terrein, ook al is er nog
geen bouwvergunning en ook al is er nog een beroep tegen een milieuvergunning
hangende.
Het Comité
van de bewoners van Haren tekende, via zijn advokaat Mieke Van den Broeck,
verzet aan tegen dit vonnis. Op maandag 21 september om 9 uur wordt de zaak
gepleit voor de rechtbank in Brussel.
Over het genot van de
eigendom.
Het vonnis
tegen de bezetters is opmerkelijk. Vooreerst verklaart de rechtbank dat de Regie
eigenaar is van de grond en dat, ik citeer, « eigendom
het recht is om op de meest volstrekte wijze van een zaak genot te hebben en
daarover te beschikken…». Deze bijna bijbelse ode aan het basisbeginsel van
het kapitalisme is natuurlijk ontroerend. Maar daarover gaat het debat niet.
Het conflict draait om wat er op die bewuste eigendom zal worden neergezet. Over
de legimiteit van de mega-gevangenis van de regie, die leven en leefomgeving
van Haren onherroepelijk zal veranderen voor de komende decennia, gaat de
rechtbank elke discussie uit de weg. Zonder
enige inspraak, controle of betrokkenheid van de bevolking, noch vanwege de specialisten
inzake het gevangenisswezen, noch vanwege de gevangenen zelf, heeft de regie in 2010 in Haren zo’n 20
hectare grond opgekocht, die ze ter beschikking stelt aan een privé-consortium om
er een mega -gevangenis op te bouwen. Tegen de wil van de bewoners van Haren. Tegen
de wil van de democratische beweging (advokaten, magistraten, mensenrechtenorganisaties
en 40 landbouworganisaties, verenigd in het CNCD, incluis). De regie rooft hier een van de laatste stukken
groen in Brussel weg, versmacht het kleine Haren nog meer dan al het geval was en
bouwt een gevangenis die door zowat iedereen die de gevangeniswereld kent,
wordt afgewezen. Waarom bestaat er niet zoiets als het recht voor de bevolking « om zich op de meest volstrekte wijze te
verzetten tegen de afbraak van een groene biotoop of tegen de bouw van een
gevangenismastodont » ?
Ten tweede had
de rechtbank enkele vragen kunnen stellen bij de financiele operaties van de
Regie, en over de winst die die zoekt te maken met haar aankoop in Haren. De aankoop van de grond in Haren is een
financiële operatie die de regie geld oplevert. De aankoop van de grond in
Haren gebeurde aan zowat de helft van de prijs die men in Brussel betaalt ( zo’n
345 euro per vierkante meter in Haren
tegenover 619 euro in Brussel, volgens de cijfers van SPF economie van 2013).
Tegenover die aankoop van Haren staat de toekomstige verkoop aan de privé van
de 10 hectaren grond en gebouwen in het centrum van Brussel, waarop nu de
gevangenissen van Sint-Gillis, Berkendael en Vorst staan. Een financiële
operatie op de rug van Haren.
Ten derde
had de rechtbank de simpele vraag kunnen stellen of er al een bouwvergunning is
en hoe het staat met het beroep tegen de milieuvergunning dat in augustus
laatstleden door inwoners van Haren is ingediend. Stel dat u eigenaar bent van
een grond, kan u dan met werken beginnen voor u een bouwvergunning heeft ?
Voor u een milieuvergunning heeft ?
Een aankondiging van
bruut geweld.
Zelfs indien
een rechtbank de regie zou volgen in zijn vraag tot ontruiming, dan nog zou men
verwachten dat ze aan de regie zou voorstellen om eerst en vooral een minnelijk
verzoek te richten aan de bezetters. Niet dus. De rechtbank stelt dat de regie aan
de bezetters geen verzoek moet bezorgen om de terreinen te verlaten, want, zo
zegt het vonnis : « een
minnelijk verzoek zal aanleiding geven tot een versterkt onrechtmatig verzet,
waardoor de orde en veiligheid des te meer in het gedrang zullen worden
gebracht ».Het vonnis vermeldt expliciet dat de uitdrijving « gebeurlijk » moet gerealiseerd
worden met « bijstand van de
openbare macht ». Die moet overgaan tot « uitdrijving » en is « gemachtigd
tot de afbraak van alle illegale bouwsels, en desgevallend af te voeren ».
Geen
discussie of overleg dus, maar een aankondiging van bruut geweld.
Dat wordt
gerechtvaardigd door de criminalisering van de bezetters. Niet op basis van feiten,
maar op basis van « een redelijke
verwachting » stelt het vonnis : « Het is naar alle redelijkheid te verwachten dat onder de bedoelde
bezettende personen zich alleszins personen zullen bevinden die zich in het
verleden op wederrechterlijke, schadeberokkende en gewelddadige wijze tegen de
uitvoering van de de werken en de ontruiming van het terrein hebben verzet,
minstens dat dergelijke personen zich onder de bezetters van het terrein zullen
vermengen. »
De rechtbank
haalt hier doelbewust twee verschillende zaken door mekaar. Er is de zaak van
de bedreigingen of beschadigingen van gevels bij firma’s of politici, waarvoor
activisten vervolgd worden. En er is de zaak van de bezetting, die gekenmerkt
wordt door een radikaal maar vreedzaam verzet, en waarvoor er vooralsnog geen
vervolgingen zijn ingesteld. Door de twee op gelijke voet te stellen, stelt de
regie zich voor als slachtoffer en bekomt het de aanvoer van een politiemacht tegen
de bezetters.
In de zaak
van Haren, is het inderdaad zoveel makkelijker om het beeld van een besmeurde
gevel te tonen dan om het zoveel grotere, systematische, maar meestal onzichtbare
geweld van de staat en de privé-maatschappijen in beeld te brengen. Ik zou de
rechters de lezing aanbevelen van het magistraal gedicht van Bertolt Brecht waarin
hij schreef : “ Men spreekt over het geweld van de
wassende rivier. Maar wie spreekt er over het geweld van de bedding die de
rivier insluit? »
Commentaires