Ali Aarrass krijgt eindelijk erkenning
Op 10 april 2024 erkende het Spaanse Grondwettelijk Hof, met zes tegen vijf stemmen, de ontvankelijkheid van de klacht van Ali Aarrass over de schending van zijn grondrechten door Spanje en van zijn vraag om herstel en vergoeding.
Volgens het
Hof heeft Spanje de rapporten van de Verenigde Naties (VN) over Ali Aarrass
genegeerd en heeft het land hem illegaal uitgeleverd aan Marokko. Als gevolg
daarvan genoot Ali Aarrass niet van een bescherming door Spanje tegen foltering
en onmenselijke of vernederende behandeling waaraan hij in Marokko werd
onderworpen. Volgens dit baanbrekende
vonnis is dit een schending van artikel 7 van het Verdrag inzake de burgerrechten
en de politieke rechten, dat in 1954 in New York werd ondertekend door vele
landen, waaronder Spanje. Dit artikel stelt dat "niemand mag worden
onderworpen aan foltering of aan wrede, onmenselijke of onterende behandeling
of bestraffing ".
Na twaalf
jaar detentie, foltering en isolement is deze uitspraak een eerste overwinning
voor Ali Aarrass, die vier jaar na zijn vrijlating nog steeds medisch wordt
behandeld voor PTSS (posttraumatische stressstoornis). Het is een overwinning
voor zijn familie. Voor de solidariteitscampagne. Voor de advocaten Dounia
Alamat, Nicolas Cohen, Christophe Marchand en Jose Luis Galan Martin, die het
nooit hebben opgegeven om de zaak van Ali Aarrass voor te leggen aan de hoogste
gerechtelijke instanties.
Wat voorafging
Eind 2010 zat Ali Aarrass al twee jaar en negen maanden in een Spaanse cel. Op vraag van Marokko werd hij op 1 april 2008 in Melilla gearresteerd door de Spaanse politie. Beschuldigd van terrorisme werd hij overgedragen aan de Spaanse Audiencia Nacional in Madrid (een rechtbank met nationale jurisdictie die de zwaarste misdaden behandelt). Vanuit de gevangenis werd Ali verschillende malen overgebracht voor ondervragingen op het bureau van Baltasar Garzón, de Spaanse rechter gespecialiseerd in terrorismezaken. Op 16 maart 2009, na een onderzoek dat drie jaar had geduurd, oordeelde Baltasar Garzón dat er geen aanwijzingen waren om Aarrass ergens van te beschuldigen en hij seponeerde de zaak. Voor Garzón was Ali Aarrass een vrij man.
Maar de politieke
belangen en de moeilijke betrekkingen tussen Marokko en Spanje beslisten er
anders over. De Audiencia Nacional besliste dat Ali Aarrass toch moest worden uitgeleverd
aan de Marokkaanse justitie. Op 19 november 2010 keurde de Spaanse ministerraad
de uitlevering van Ali Aarrass aan Marokko goed.
Hierop
volgden er enkele weken van intensieve campagne om deze beslissing, die niets
anders was dan een ontkenning van het recht, tegen te houden.
De VN
grijpt in
Om zich te verzetten tegen zijn mogelijke uitlevering ging Ali in hongerstaking in de Botafuegos gevangenis in Algeciras. Het was zijn derde hongerstaking in een jaar tijd. Gedurende een hele week, op het middaguur, kwamen enkele honderden mensen in Brussel bijeen voor de Spaanse ambassade. Verschillende NGO's en mensenrechtenorganisaties riepen op tot zijn vrijlating. Zeven dagen na de beslissing van de Spaanse ministerraad, op 26 november 2010, vaardigde het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de VN in Genève, op vraag van de advocaten van de verdediging, een voorlopige maatregel uit waarin Spanje werd bevolen Ali Aarrass niet uit te leveren. Het Hoog Commissariaat gaf Spanje en de advocaten van de verdediging twee maanden de tijd om hun standpunt over de uitlevering en het risico op marteling in Marokko te argumenteren.
Spanje deed
alsof het de vraag van het Hoog Commissariaat respecteerde. Maar drie dagen
later, op maandag 29 november 2010, brachten de Spaanse autoriteiten Ali
Aarrass in het geheim over van de Botafuegos gevangenis in Algeciras naar de
Valdemoro gevangenis in Madrid met het oog op zijn uitlevering. "Ik werd
in een ongemarkeerde politieauto gezet. Zonder één enkele stop. Zonder één
enkele stop om te plassen: "Pis maar op jezelf", zegden ze. Ze reden
op volle snelheid. Alsof het ging om een noodgeval ", zo beschrijft Ali
Aarrass die transfer in het binnenkort te verschijnen boek over zijn
gevangenschap[1].
Twee weken
later, op 14 december 2010, werd Ali Aarrass op het vliegtuig gezet richting
Marokko. Bij zijn aankomst werd hij naar Temara gebracht, waar hij gedurende
tien dagen en nachten werd gefolterd. Daarna volgden jaren van isolement en mishandeling
in de gevangenissen van Salé en Tiflet.
Veertien
jaar later, een laattijdige, maar ongekende overwinning voor het Grondwettelijk
Hof
Op 4 december 2012 publiceerde Juan Mendez, de speciale VN-rapporteur inzake foltering, het rapport over het medisch onderzoek van Ali Aarrass. Mendez en zijn team onderwierpen Ali aan een grondig onderzoek (in de periode van 15 tot 22 september 2012) in de gevangenis van Salé. Dit rapport bevestigde dat Ali Aarrass was gefolterd. In september 2013 riep het VN-comité tegen willekeurige detentie, hetzelfde comité dat nu oproept tot het beëindigen van de detentie van Julian Assange, op tot de onmiddellijke vrijlating van vijf Marokkaanse gedetineerden, waaronder Ali Aarrass. In mei 2014 veroordeelde een ander VN-comité, het Comité tegen foltering, Marokko voor het schenden van het absolute verbod op foltering, voor het niet uitvoeren van een serieus onderzoek hiernaar en voor het veroordelen van Ali Aarrass op basis van onbestaand bewijs. Het Comité eiste van Marokko een onpartijdig en grondig onderzoek, inclusief een medisch onderzoek in overeenstemming met internationale normen.
Ook in mei
2014 koos Amnesty International Ali Aarrass uit als een van de vijf
emblematische personen voor haar wereldwijde campagne tegen foltering. Aan het
einde van deze campagne overhandigde Amnesty 216.450 handtekeningen uit 120
landen aan de Marokkaanse regering met een oproep tot zijn vrijlating.
Maar noch
het Spaanse Ministerie van Justitie, noch het Nationale Gerechtshof, noch het
Spaanse Hooggerechtshof hebben ooit gevolg gegeven aan de verzoeken van de VN
en evenmin aan die van Ali Aarrass om gerechtigheid en compensatie voor de
behandeling die hij in Marokko heeft ondergaan.
Uiteindelijk
hebben Ali en zijn advocaten de zaak voor het Grondwettelijk Hof gebracht. Dat stelde
hen in het gelijk. In zijn vonnis beval het Constitutionele Hof de Audiencia
Nacional om haar werk over te doen en "een beslissing te nemen die het
geschonden fundamentele recht respecteert" en om een beslissing te nemen
over compensatie voor het geleden leed.
Deze uitspraak is ook een klap in het gezicht van België. In het bijzonder is het een klap voor alle Belgische ministers van Buitenlandse Zaken van 2008 tot 2020, inclusief de huidige Europese commissaris voor Justitie, de Belgische liberaal Didier Reynders. Net als Spanje hebben ze systematisch alle VN-rapporten genegeerd om hun weigering te rechtvaardigen om Ali Aarrass, een gefolterde Belgische burger, bij te staan.
[1] Ali Aarrass in samenwerking met journaliste Lucie Cauwe:
"Le ciel est un carré bleu, douze ans dans les geôles espagnoles et
marocaines". Verschijnt in 2024 bij uitgeverij Antidote www.antidoteedition.com
article en français : https://www.freeali.be/une-victoire-eclatante-la-cour-constitutionnelle-espagnole-reconnait-que-lespagne-na-pas-protege-ali-aarrass-contre-la-torture-au-maroc-et-quelle-doit-lui-rendre-justice-e/ ; https://investigaction.net/lespagne-reconnait-ses-torts-victoire-pour-ali-aarrass/ en espanol : https://www.sahara-occidental.net/2024/04/13/tribunal-constitucional-espana-justicia-y-reparacion-a-ali-aarrass-marruecos-tortura-extradicion/
Commentaires