Van de dokstaking in 1973 naar de Britse mijnstaking van1984-1985 - A personal journey

bij een NUM stakingspost in Wales

 Opstandige tijden

In de nasleep van de mei 68 revolte, volgden er twee woelige decennia voor de jonge revolutionaire militanten van mijn generatie. De autoriteit van kerk, patroons, oude partijen en vakbondsleidingen had ernstige schade geleden, net als de toen heersende moraal. We hielden ons niet bezig met wat we later als job gingen doen en nog minder met hoe ons pensioen er zou uitzien. Tientallen jonge maoïstische studenten gaven hun studies op om onder de arbeiders te gaan werken. Om in de fabrieken revolutionaire cellen op te bouwen of om als kaderlid te werken aan de opbouw van een nieuwe revolutionaire partij. Allemaal in voorbereiding van de revolutie die onvermijdelijk komen moest. De sociale conflicten leken ons gelijk te geven.

De jaren 1970-80 leken op een permanente staking. Met de regelmaat van een klok volgde het ene conflict het andere op. Alsof de industriële arbeidersklasse bewust of onbewust besefte dat er contrarevolutionaire tijden zaten aan te komen en probeerde om uit de brand te slepen wat nog kon.

Die periode vroeg van ons een bijna onbeperkte inzet. Er was geen tijd te verliezen. “Praktijk, praktijk, praktijk”, was het ordewoord. Geen enkele staking mocht voorbijgaan zonder onze aanwezigheid aan de stakerspiketten en zonder de verspreiding van onze revolutionaire ideeën. Overal moesten we ons proberen in te planten. Banden smeden. Het vertrouwen winnen. Solidariteit organiseren met de stakers in andere bedrijven en in de streek was een van de hoofdopdrachten.  

De dokken, RBP, Boel, Lee, Glaverbel…

In 1973 had ik de dokwerkersstaking in Antwerpen en Gent meegemaakt.(1) Die had twee maand geduurd, zonder enig inkomen of stakersgeld voor enkele duizenden havenarbeiders en hun families.  In 1978 volgde de 11 maand durende bezetting van de Antwerpse raffinaderij RBP, de oudste olieraffinaderij van België.  In 1981 begonnen de Boel-arbeiders een vijf maand lange staking tegen 128 afdankingen. Er was de Lee-staking, de Glaverbel-staking… De hele reeks werd afgesloten met de strijd van de staalarbeiders in 1997 tegen de sluiting van de Forges De clabecq, waarbij meer dan 2000 arbeiders hun job zouden verliezen. Die staking duurde een half jaar met als hoogtepunt een solidariteitsmars van 70 000 mensen. 

Dokwerkers, mijnwerkers, scheepsbouwers, staalarbeiders, ... In alle gevallen ging het om epische confrontaties met het grootkapitaal en zijn staat. De stakingen stonden in bijna alle gevallen onder leiding van arbeiders die lid waren van de Communistische partij van België of die revolutionair en communistisch geïnspireerd waren. De stakingen waren ofwel “wild”, dat wil zeggen zonder erkenning van de vakbondsleidingen ofwel geleid door syndicale delegees die achteraf door de vakbonden werden uitgesloten. Precies omdat ze steunden op de arbeidersbasis met een eigen verkozen leiding en niet op een vakbondstop en bureaucratie ontwikkelden die stakingen solidariteit en sympathie onder de meest brede lagen van de werkende en werkloze bevolking. En ook bij de progressieve kleinburgerij, bij scholieren en studenten, de lokale middenstand, arbeiders uit andere bedrijven en uit het buitenland, over de taal- en landsgrenzen heen. In vrijwel alle stakingen ging het om een final battle, het einde van heelder industriële sectoren en van het arbeidersproletariaat zoals mijn generatie dat had gekend na de tweede wereldoorlog. 

De Britse mijnstaking

Veertig jaar geleden deed ik als toenmalige PVDA-verantwoordelijke mijn aanvraag bij de partij om naar de Britse mijnstaking te mogen trekken. Akkoord, zei voorzitter Ludo Martens me, op voorwaarde dat je daar een Marxistisch-Leninistische (ML) organisatie opspoort met wie we kunnen samenwerken om de staking te steunen. In zijn opinie had niets meer belang dan de revolutionaire organisatie in de staking, maar die vooral het werk zou verderzetten eens de staking zou stoppen.

En dus trok ik naar de stakersposten in Kent, Wales en Yorkshire. Maar ik ontmoette er alleen maar stakers en delegees en geen ML organisaties. In London vond ik wel een ML organisatie, maar met weinig of geen impact in de staking. Uiteindelijk zou onze steun vanuit België een rechtstreekse steun worden aan de mijnwerkers en aan de mijnwerkersvakbond. 

De dokstaking 1973 was bescheiden in vergelijking met wat tien jaar later in Groot-Brittannië gebeurde. De Britse mijnstaking brak uit in 1984 tegen de sluiting van 20 mijnen. Ze groeide uit tot een massastaking met bijna 150 000 stakers. De staking duurde tot in 1985. Een jaar lang. De langst durende staking in het naoorlogse Groot-Brittannië.  Van in het begin ging het al snel niet meer om de eisen van de mijnwerkers, maar werd het definitief breken van de macht van de werkende klasse en van de vakbondsmacht in Groot-Brittannië de inzet van regering en patronaat. 

Onder leiding van de National Union of Mineworkers van Arthur Scargill raakte de staking àlle geledingen van de maatschappij. Dat was ook financieel nodig want de mijnwerkersvakbond ging al heel snel financieel door de knieën. De staking moest worden verdergezet zonder een cent stakersgeld. De stakers konden volhouden omdat de basis van de strijd zich in de mijnwerkers-communities bevond, in de arbeidersdorpen en steden die door hun onderlinge solidariteit de staking recht hielden. Daarin speelden de mijnwerkersvrouwen en hun vrouwencomités een beslissende rol. 

Solidariteit

 Alle “verworpenen der aarde” schaarden zich achter de mijnwerkers. Zij die armoede leden, maar ook allen die daarenboven confrontaties met de politie hadden meegemaakt. Zoals de zwarte gemeenschap tijdens de Brixton riots in 1981. De arbeiders steunden, maar ook de jongeren van de Sheffield Asian Youth Movement (AYM). Ook de Sikhs die in hun tempels massale geld en voedselinzamelingen hielden. In Birmingham bijvoorbeeld zamelden de sikhtempels zo’n 5 000 Britse pond in voor de staking. Ook de Lesbian and Gay communities. Ook artiesten als Bruce Springsteen, Paul Weller, Billy Bragg, Peter Gabriel, UB40, en New Order betuigden hun steun en zamelden geld in. Mijn favoriete groep The Clash organiseerde in Brixton benefietconcerten om fondsen in te zamelen voor de stakers. Documentaires en films zoals Brassed off en Pride getuigen over een onvergetelijk jaar van bittere strijd en solidariteit.


Uit het buitenland kwamen er vrachtwagens vol voedsel en kleding aan. Containers vol dozen met ingeblikt voedsel en basisbenodigdheden voor het huishouden. Nooit eerder hadden de Britse vakbonden zo'n ongelooflijke stroom van internationale steun meegemaakt. Franse vakbondsleden zonden 400 ton voedsel en medische benodigdheden ter waarde van zo’n 50 000 Britse pond. Er kwam een zending van 100 000 kippen uit Denemarken. Tientallen tonnen rozijnen uit Afghanistan. Kerstspeelgoed uit Frankrijk. Mijnwerkerskinderen werden uitgenodigd om hun schoolvakanties door te brengen bij vakbondsleden in heel Europa en in de toenmalige Sovjet-Unie.   

Een voorbeeld. In juli 1984 meldde de NUM dat er tweehonderd kinderen van stakende mijnwerkers, van 11 tot 15 jaar oud, naar Calais vertrokken voor een vakantie van drie weken, aangeboden door mijnwerkers van de Franse communistische vakbond CGT. Bussen van de transportvakbond brachten de kinderen naar Dover. De zeemansvakbond zorgde voor de goedkoopst mogelijke tickets voor de overzet. (2) 

Maar ook de tegenstand zat niet stil. Om de industrie en de maatschappij draaiende te houden en de staking te breken voerden schepen met valse vrachtbrieven kolen aan vanuit Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen en Gent, via kleine, niet-geregistreerde havens langs de oostkust van Engeland. Als tegenzet probeerde Arthur Scargill een Internationale Federatie van Mijnwerkers en Energiearbeiders op te richten die zowel communistische als niet communistische vakbonden, zowel die uit West als uit Oost-Europa, zou verenigen. Maar die poging mislukte.  

De slag om Orgreave 


The Miners against Margaret Thatcher was een epische, nooit-geziene strijd waarin zes mijnwerkers het leven verloren en honderden anderen gewond werden.  Volgens The Times en de Daiy Telegraph waren er enkele maanden na het begin van de staking al 5 000 mijnwerkers gearresteerd, 2 000 waren gewond en men telde al twee doden. (The Times, Daily Telegraph, 15.9.84)


 Het was op 18 juni 1984 dat het tot de meest gewelddadige en bloedige confrontatie in de staking kwam. Tussen een stakingspost van zo’n 8000 à 10 000 stakers en 6 000 politieagenten van de South Yorkshire Police en andere politiediensten, waaronder de Metropolitan Police. Bij dit treffen aan de cokesfabriek van British Steel Corporation (BSC) in Orgreave vielen 123 gewonden. 71 stakende mijnwerkers werden aangehouden. In totaal werden 95 mensen aangeklaagd voor oproer en gewelddadige ordeverstoring. Ze werden beschuldigd van ‘gewelddadige verstoring van de orde, rebellie en onwettige samenscholing’. Op dergelijke beschuldigingen stonden extreem zware straffen. Het proces tegen de arrestanten werd door de Conservatieve regering van Thatcher en door zowat alle media aangegrepen om de hele stakingsbeweging te discrediteren. Een dag na het treffen in Orgreave verklaarde Thatcher: “U hebt gisteravond de beelden op televisie gezien. Wat we zagen was een poging om de rechtsstaat te vervangen door de heerschappij van de straat. En dat zal niet lukken. Omdat we beschikken over een uitstekende politie, die haar taken moedig en onpartijdig uitvoert. En omdat de overgrote meerderheid van de mensen in dit land eerbaar, fatsoenlijk en gezagsgetrouw is en wil dat de wet wordt gehandhaafd...” (3)

Het liep echter anders uit. De bewijsvoering van de politie, die “moedig en onpartijdig haar taken uitvoert”, bleek een zeef van leugens en verdraaiingen te zijn. Het proces tegen de beschuldigden werd stopgezet. Maar de politie en de overheid bleven buiten schot. Onderzoek en verantwoording bleven uit, het hoe en waarom van het ongeziene politiegeweld bleef toegedekt voor alle betrokkenen, hun families en de mijnwerkersgemeenschap. Tot op vandaag. 

Eenenveertig jaar later komt er een openbaar onderzoek naar de waarheid over Orgreave 

Er gaat dit jaar nog een onderzoek van start naar de gewelddadige confrontaties in Orgreave. Dat kondigde het Britse ministerie van Binnenlandse zaken aan in juli van dit jaar .(4) Voorzitter van het onderzoek wordt Pete Wilcox, de bisschop van Sheffield. Gedurende 41 jaar heeft de Orgreave Truth and Justice Campaign (OCTJ) gestreden om zulk een onderzoek te bekomen. Kate Flannery, secretaris van de OTJC, zei: “We hebben lang op deze dag gewacht en dit is echt positief nieuws. Al die jaren van hard werken door de OTJC en onze vele supporters hebben hiertoe bijgedragen. We moeten er nu zeker van zijn dat het onderzoek de nodige bevoegdheden krijgt om alle aspecten van het georkestreerde politieoptreden in Orgreave volledig te onderzoeken en onbeperkte toegang krijgt tot alle relevante informatie, waaronder documenten, foto's en films van de overheid, de politie en de media.” 

Epiloog

Net zoals Thatcher afrekende met het Ierse verzet en de hongerstakers liet sterven, zo brak ze ook de macht van het grootste arbeidersbastion in Europa. Met geweld en uithongering van de stakers. 

Utopie veranderde in dystopie. “Another world is possible” veranderde in “TINA, there is no alternative” van Margareth Tatcher. Vier jaar na de mijnstaking ging het hele bestaande socialistische kamp in de wereld onderuit. Het neoliberalisme brak voorgoed door. 

Maar de spirit van dit arbeidersproletariaat, hun internationale solidariteit, hun vechtlust, hun volharding in de strijd heeft tot op de dag van vandaag een generatie van militanten getekend en gevormd. En al hun kwaliteiten moeten we koesteren en ons eigen maken voor de strijd van vandaag. 


 


(foto: in 1976 steunde NUM-voorzitter Arthur Scargill de stakende Aziatische arbeiders in de Grunwick-fabriek. “Op het hoogtepunt van [die staking] kwamen 20.000 mensen uit het hele land naar de stakingsposten om zich bij hen aan te sluiten, waaronder de mijnwerkers met Arthur Scargill” Die steunden tien jaar later de mijnwerkers.)

Bij de foto’s. 

Bezoek aan de mijnwerkersvrouwen in Kent, wiens mannen de mijnschachten bezetten. 

Naar de stakingsposten van de NUM (National Union of Mineworkers) in Wales en Yorkshire, met bijna dagelijkse confrontaties met de politie. 

Een grootse solidariteitscampagne ging van start in België.  

Zie foto : mijn dochter die toen zo’n acht jaar oud was op de markt om steun op te halen. 

Later bracht ik een tiental Britse mijnwerkers naar Antwerpen en Rotterdam om solidariteitsmeetings te geven, financiële steun op te halen en om steun te bepleiten in de havens om het verschepen van kolen naar Groot-Brittannië te boycotten.
















Nota's

[1] https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2023/05/16/50-jaar-geleden-dokwerkers-staken-in-gent-en-antwerpen/

[2] https://www.nicholasjones.org.uk/categories2/trade-union-reporting/314-untold-story-of-international-help-in-1984-85-miners-strike

[3] https://www.margaretthatcher.org/document%2F105691

[4] https://www.gov.uk/government/news/inquiry-to-uncover-truth-of-orgreave


Commentaires

Posts les plus consultés de ce blog

Nous n'avons pas besoin de reconnaître un État palestinien, mais bien la résistance palestinienne.

Un jeune médecin à la prison de Haren réveille notre conscience

Le calvaire de Nizar Trabelsi prendra-t-il fin en 2025 ?